Oost-indische kers "Tropaeolum majus". Deze éénjarige plant komt oorspronkelijk uit Latijns-Amerika. Van daaruit bracht de Hollander Bewerning Oost-Indische kers in 1684 mee naar Midden-Europa, waar ze in kloostertuinen werd gekweekt en om haar hoge vitamine C-gehalte werd geprezen als middel tegen scheurbuik. Culinair: De bladeren en bloemen smaken iets naar peper, een beetje zoetig en naar tuinkers. Ze geuren aangenaam aromatisch. Gehakte of fijngesneden bladeren worden gebruikt in salades, sauzen, eier- en aardappelgerechten, verse kaas en kwark. de eetbare bloemen geven smaak aan azijn, garneren salades en desserts.

Er zijn geen recepten voor dit product